Sterkte Surinaamse Tantes: Smeltkroes in de Bijlmer

Gepubliceerd op 24 november 2020 om 10:42

De culinaire en culturele migratie heeft van vooral de vrouwen uit Suriname grote offers gevergd. Ik ben ontroerd als ik het verhaal lees van Sri Karso en bedenk wat deze dame heeft moeten overwinnen om in Nederland een bestaan op te bouwen. Het is ook mooi om te zien dat ze ondanks de grote uitdagingen op haar pad  aandacht had voor haar oorspronkelijke cultuur.

Tahrim Ramdjan18 november 2020, 19:45 Sri Karso in de keuken in 2015.Beeld Dingena Mol

Respect in de buurt

Over haar komst naar Amsterdam zei Karso later dat ze al wist dat haar geluk hier zou liggen, schrijft Harriëtte Mingoen van het Comité Herdenking Javaanse Integratie. In het hartje van de Bijlmer, waar ze haar zaak runde en woonde, respecteerde iedereen haar.

“Niemand zou een joint durven draaien in het restaurant,” zegt Van Rangen. “Soms vroeg ze: zijn ze zo bang voor me? Maar toen zei ik: nee, ze respecteren jou.” Jongens spraken haar meermaals met ‘mae’ – Javaans voor ‘ma’ – aan.

Karso zei volgens dochter Marianna altijd dat je levenservaringen bij elkaar pas echt je opleiding vormen – niet wat je op school leert. “Ze had alleen de huishoudschool doorlopen, en nog niet eens afgemaakt. En nu zie ik wat ze achterlaat. Ze was niet zomaar een vrouw die de bami draaide en haar bakabana’s verkocht.”

Voor Sri Karso (1955 - 2020), oprichter van De Smeltkroes, was opgeven geen optie

Sri Karso toverde een treurig bedrijfspand aan de Bijlmerdreef in Zuidoost om tot het populaire Javaanse restaurant De Smeltkroes. Het was illustratief voor haar doorzettingsvermogen en strijdvaardigheid, zeggen haar kinderen.

Zestien jaar geleden zag het er heel anders uit bij De Smeltkroes aan de Bijlmerdreef in Zuidoost, het koninkrijk van Sri Karso. Geen bank wilde haar helpen, enkel wat ambtenaren die ’s ochtends ontbijt bij haar haalden. Om zeven uur ’s ochtends stond ze al klaar met haar oudste zoon Ronald, om drie uur ’s nachts lag ze pas in bed na de laatste afwas.

Ziedaar haar strijdvaardigheid, zegt dochter Marianna van Rangen (48). “Knokken, pijn, het maakte haar niet uit. Ze ging door tot het uiteindelijk ging zoals zij had gedacht.” 

Uitgehuwelijkt

Dat moet ook wel, gezien haar levensloop. Karso werd geboren in het Surinaamse district Saramacca, maar vertrok op haar negende naar Paramaribo. Ze wilde naar school. “Maar dat kon niet in die tijd, zeker als meisje, in Suriname,” zegt Van Rangen. Karso werd op haar dertiende uitgehuwelijkt, maar kon nog wel onderhandelen wie haar partner moest worden. Vijf jaar geleden zei ze tegen Het Parool: “Ik schaam me daar niet voor. Zo was het nou eenmaal.”

De toen tien jaar oudere man met wie ze trouwde, verliet haar niet lang na de geboorte van haar jongste kind. “Eigenlijk heeft mijn moeder sinds haar dertiende strijd geleverd,” zegt Van Rangen. Van haar oom moest Karso in de keuken werken. “Eenvoudig werk: kip hakken, groenten schoonmaken,” zei Karso zelf. 

Javaanse cultuur

Het maakte haar moeder ook hard, zegt Van Rangen. Het hielp niet mee dat ze in het zakenleven ook wel werd bedonderd. “Op een gegeven moment zei ze: ik vertrouw niemand meer, behalve mezelf en mijn kinderen. En vanuit dat geloof is ze De Smeltkroes gaan draaien.”

Wie denkt dat Karso een naar binnen gekeerd persoon was, heeft het mis. Ze zette zich sinds haar komst in Nederland, in 1980, in voor het behoud van de Javaanse cultuur, taal en gemeenschap. In 2015 werd Karso in het zonnetje gezet door de Surinaams-Javaanse diaspora. Ze organiseerde in 2017 het eerste Bodoh Kupat-festival in Nederland, een van oorsprong Surinaams-Javaanse traditie, zeven dagen na het Suikerfeest.